Al van in de oudheid zijn er mensen geinteresseerd in deze gekleurde karpers.
Jazeker, karpers, want koi is het japanse woord voor karper.
Oorsprongkelijk zijn de karpers afkomstig uit Italië en omstreken.
Daar werden ze door de locale bevolking gebruikt als voedsel.
Ook christelijke moniken aten deze vissen. Op hun tochten om het geloof te verkondigen namen ze steeds enkele van deze vissen mee om ze in andere streken te integreren.
Hier en daar onstnapte er wel eentje in een sloot, vijver of rivier. Daar de karper een zeer sterke vissoort is kon deze vis zich aanpassen en zich gemakkelijk voortplanten.
Tot uiteindelijk de karper terecht kwam in Japan en Azië.
Door verschillende soorten te laten samen kweken ontstonden er kleine doffe kleur variaties.
Enkele Japanners zijn hierin verder gegaan en hebben gekleurde vissen met elkaar laten samen kweken.
Hierdoor onstonden mooie kleuren.
De japanse keizers hadden meteen oog voor deze juwelen van het water en gebruikte de vissen voor hun paleistuinvijvers of voor tempelvijvers te sieren.
De bovenste afbeelding van koi’s is een schilderij van één van de vroegere keizers van Japan.
Wil je echter meer weten over deze sierlijke levende juwelen of wil je er zelf enkele houden in je vijver, dan kan je je informeren op volgende pagina’s.